De Dood ligt altijd op de loer

Ommerschans

Foto gemaakt bij de Ommerschans, een begraafplaats met een bijzondere historie

De blogtitel is wat dramatisch misschien, maar iedereen weet het. De Dood kan ons ieder moment komen halen.  Het is nou eenmaal een waarheid, waar ik gelukkig niet dagelijks bij stilsta. Het is me echter een paar keer in mijn leven overkomen dat ik wist, of te horen kreeg dat het weinig scheelde. Ik weet niet of het normaal is dat je in je leven zo vaak op het randje balanceert, maar ik heb vaak gedacht “het is blijkbaar mijn tijd nog niet”.

 

De eerste ontmoeting met magere Hein

Mijn eerste kennismaking met magere Hein was in het biologielokaal. Dat was overigens geen bijnasterfgeval: de biologieleraar reed een skelet naar binnen en stelde hem voor als Hein. Ik dacht, naïef als ik was, dat het een echt skelet was van een man die ooit Hein heette. Vrij snel kwam ik achter de ware aard van de grap. Mijn onwetendheid blijft me de rest van mijn leven achtervolgen, alsof Hein als de Dood is dat ik zijn bestaan vergeet.

Kort na die biologieles voelde ik voor het eerst de kille adem van magere Hein, het was een ijskoude februariochtend. Donkere straten met een verraderlijk, spekglad wegdek. Gladheid van het soort dat je pas merkt hoe glad het is, als je al gevallen bent. Dat gebeurde dan ook, heel traditioneel in een bocht. Het waren fracties van seconden waarin ik van verticale in horizontale positie belandde, alsof de valweg er helemaal niet was. Wat ik me vooral herinner zijn de koplampen die met vrij grote snelheid op mij afkwamen. Ik weet nog dat ik me afvroeg waarom de auto niet remde. Maar bovenal herinner ik me hoe daar op dat koude asfalt voor het eerst de gedachte aan de wraak van magere Hein in mij opkwam.

Het is niet overdreven als ik zeg dat de auto uiteindelijk op een decimeter van mijn hoofd tot stilstand kwam. Een hysterische vrouw sprong uit de auto, almaar roepend dat ze echt remde, maar dat de auto doorgleed over de gladde ijsvloer. Gelukkig droop Hein weer af.

 

Mijn tweede keer

Vlak daarna wilde magere Hein me nog een keer bij zich roepen. Ik kreeg een voedselvergiftiging op Vlieland en was zo ziek dat er een dokter moest komen (Dokter John Deen, op wie de televieserie van omroep Max is gebaseerd). Hij gaf me het middel Buscopan, waarvoor ik ernstig allergisch blijk te zijn. Zo erg, dat ik me het hoogtepunt van de allergische reactie niet eens meer herinner, alleen de koude hand van de Dood, die dankzij tegenmedicatie weer werd teruggetrokken.

 

Een rokerig verhaal

De derde keer telt niet echt als “kantje boord”, behalve dan dat het aan boord van een schip was. Ik vaarde bij de Koninklijke Marine, op de laatste stoomboot die ze rijk waren. De Hr. Ms. Poolster, een drijvend museumstuk. Ik lag te slapen in een kajuit, die eigenlijk was bedoeld voor zogenaamde Adelborsten (aspirant officieren). Omdat ik maar een tijdelijke plaatsing had, werd ik wegens ruimtegebrek zolang daar maar weggestopt. De adelborsten draaiden kantooruren, ik liep wisseldiensten.

Zodoende lag ik daar als enige overdag te slapen, op het punt dat er een brand uitbrak in het compartiment naast het mijne. Complete paniek door de gangen, gesleep met blusmaterieel, rennende collega’s, sterke rookontwikkeling, een vlammenzee, ik heb het allemaal gemist. Het hielp ook niet echt dat de praai-installatie (omroep) kapot was in onze hut en men even vergeten was dat daar nog iemand lag te slapen.

Ik werd pas wakker toen de brand al was geblust. Er is nooit erg veel gevaar geweest, maar het voelde wel een beetje zo: een brand op een meter afstand van mijn voeteneinde, slechts gescheiden door een scheepswand.

 

Bijna te laat

Twee keer in mijn leven heb ik gehoord “we hadden geen 24 uur later moeten zijn”. Dat is niet helemaal waar overigens, de tweede keer had de arts het over 12 uur. De eerste keer had ik een zeer zeldzame infectie, waarbij het erg lang duurde voordat de internist had uitgevonden wat ik mankeerde. Slechts twaalf geregistreerde medelotgenoten in Nederland, dus ik kan het de beste man niet kwalijk nemen dat hij er even over heeft gedaan.

De tweede keer betrof het ook een infectie, bekend onder de naam “kraamvrouwenkoorts“. Het klinkt onschuldig en zo voelt de ziekte ook. Juist het uitblijven van zorgwekkende symptomen, maakt het zo gevaarlijk. Het was een alerte verpleegster die het niet vertrouwde en er op stond dat ik nader werd onderzocht. Beide infecties zijn dodelijk, maar liepen met een sisser af.

Dan was er nog de keer dat een infuus verkeerd was aangesloten, wat luchtembolie veroorzaakt. Ik weet er niet veel meer van, alleen dat de verpleegkundige het infuus losrukte en haar collega afsnauwde “als ik een minuut later binnen was gekomen, had ze wel dood kunnen zijn”. Frappante opmerking, zo in mijn bijzijn.

 

De Dood zoekt me weer even op

Er komt bijna een eind aan de sterke, doch waargebeurde verhalen. Ook deze laatste variant kent een goede afloop, getuige het feit dat ik het op dit moment zit uit te typen. Het speelde zich afgelopen middag af, maar bleek eigenlijk al een paar weken lang een roep om de aandacht van de man met de zeis.

 

Een vreemd luchtje

Vanaf het moment dat ik hier ben komen wonen rook ik een gaslucht in de meterkast. Het lastige was dat ik de enige bleek te zijn. Ik weet dat mijn reukorgaan iets gevoeliger is dan die van de gemiddelde medemens, maar dat was in dit geval erg frustrerend. Wie ook zijn gaffel in de meterkast stak, men rook alleen een vreemd luchtje, zeker geen gas. Ik werd voor gek verklaard. Dat gebeurt op zich wel vaker, maar dit keer voelde het wel erg onterecht.

De koppeling werd na enig aandringen nagekeken. Er werden inderdaad luchtbellen gesignaleerd. Het leek erop dat ik gelijk had, maar ik bleef een gaslucht ruiken.

 

Lang aandringen

Het kostte me nog een aantal weken, waarin ik steeds angstiger werd. Ik was ervan overtuigd dat ik me niet aanstelde, want ik wist na al twee keer een gaslek te hebben meegemaakt, zeker dat mijn neus me niet in de steek liet. Maar eindelijk was het vandaag zover, de loodgieter mocht worden gebeld. Waar een beetje zeuren en aandringen al niet goed voor is, het gaat tenslotte maar om een huizenblok aan mensenlevens.

 

Een flinke reprimande

kapotte gasleiding

Die gele leiding was de boosdoener, de mantel eromheen onze redding (daardoor kon ik het lek ruiken)

Afgelopen middag kwamen ze dan: de verlossers. In gedachten zag ik magere Hein verschrikt een stukje terugdeinzen voor deze twee fors gebouwde loodgieters, met de onderling communicatieve kwaliteiten van Buurman en Buurman. Een kortdurend meetonderzoek deed mijn vermoeden bevestigen, hetgeen werd gevolgd door een breed scala aan berispingen.

Ik had eerder moeten bellen. Levensgevaarlijk! Ruim twee keer zoveel millibar als de gevarengrens. Dit was wachten tot de dag dat de voorgevel eruit zou liggen. Een week de meterkast dichthouden was genoeg voor de extreem brandgevaarlijke 30% vulling. We hadden eigenlijk afgesloten en verzegeld moeten worden. De mannen wonden er duidelijk geen doekjes om. Er was een bizar groot gaslek waar we veel te lang mee hebben gezeten.

Het is gelukkig wederom goed afgelopen, voorlopig zwaai ik Hein weer uit. Ik ben benieuwd wat hij de volgende keer verzint.

11 reacties op “De Dood ligt altijd op de loer”

  1. Dhyan schreef:

    Nooit één moment van m’n leven in levensgevaar verkeerd, nu daarover nadenkende met dit verhaal in gedachten wat saai eigenlijk.

  2. Ilona Wielinga schreef:

    Jeetje heftig wel! Ik weet alleen dat ik als baby’tje een aantal keer op het randje heb gelegen, maar sindsdien laat Magere Hein me met rust (*even afloppen*)

  3. Zjoizie schreef:

    Herkenbaar!

    1. Yukiko schreef:

      Oh jé… een familievloek?

      1. Zjoizie schreef:

        Nee hoor: een zegen, want het loopt altijd goed af.
        Uiteindelijk….

  4. Mack schreef:

    Je blijft steeds weer verbazen. Je hebt negen levens. Hoeveel zijn er nog over?

    1. Yukiko schreef:

      Een stuk of twee denk ik. Maar jullie komen in de herfstvakantie, dus ik denk daarna nog één.

  5. Barbra schreef:

    Was dat meneer Punt van biologie die Hein aan ke introduceerde :D?

  6. Laurent Bruning schreef:

    Jezus Christus…

    1. Yukiko schreef:

      Ja, misschien jaagt die Hein wel weg steeds, wie zal het zeggen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *