Mijmeringen in Brugge
De laatste dagen van 2019 brachten wij door in de middeleeuwse stad Brugge. Hoewel België niet mijn meest favoriete land is, komen we er graag. Het is maar twee à drie uur rijden en je begeeft je toch in een heel andere omgeving, misschien zelfs wel andere cultuur. Meestal kiezen we voor de Ardennen, maar ditmaal werd het – vanwege de korte tijd die we hadden – een citytrip. Geheel buiten onze comfortzone.
Valse heimwee
In een aantal geslaagde pogingen de toeristenmassa’s te ontlopen, verkeerden we zo nu en dan in nostalgische sferen die mij deden terugverlangen naar vroeger tijden. Waarbij ‘terugverlangen’ natuurlijk niet klopt, want in mijn geboortejaar 1975 was onze aardbol dezelfde bagger als in de tijd waarin we nu leven. Het voelt echter wel als (valse) heimwee, wat meer voer is voor een ander blog in het thema reïncarnatie en daar waag ik mij vooralsnog niet aan.
Het heimweegevoel slaat niet op het gebrek aan (medische) kennis, de slechte hygiëne in met name steden, epidemieën, geloofsvervolgingen, de standenmaatschappij en andere historische ellende. Het is meer dat ik ‘terug’ zou willen naar een tijd met eenvoud, oude ambachten en puurheid. Een wereld zonder chemicaliën, zonder hectisch verkeer (met de idioterie van werkplekken 100 km verderop), zonder chaotische agenda’s en misschien zelfs wel zonder internet.
Anton Piecktaferelen
Ik besef daarbij dat ik een sterk geromantiseerd beeld heb van hoe zo’n leven eruit zou zien. Maar zo wandelend door de zijstraatjes van Brugge, ervaarden al mijn zintuigen heel even een fractie van hoe het toen was. De fraaie uitzichten en sprookjesachtige tafereeltjes zouden zo uit een Anton Pieckprentenboek kunnen komen. Met de busladingen Spanjaarden en Duitsers uit het zicht, maar wel het geluid van de vele paardenkoetsen die de toeristen door de grote straten sleepten, kon ik er best een historische beleving van maken. Zelfs de rioollucht die zo hier en daar opdook paste in het fictieve tijdsbeeld.
Tijdreizen
Ik ben zeker niet iemand die roept: ‘vroeger was alles beter’. Sterker nog, als ik zou kunnen tijdreizen zonder mogelijkheid terug te keren naar deze tijd, dan weet ik niet of ik dat zou doen. Maar als ik een tijdelijk kijkje zou kunnen nemen in willekeurige tijdperken, dan wil ik best wel op vakantie naar de 17e, 18e of 19e eeuw. Even ontsnappen aan de idiote samenleving (al was die vroeger minstens zo bizar, als je de geschiedenisboeken openslaat). Voor een tijdje naar een wereld zonder klimaatverandering, vrij van lastige dilemma’s over gezond en bewust leven.
Uiteraard is tijdreizen niet mogelijk. Misschien maar goed ook: als het wel zou kunnen, treffen we binnen de kortste keren die bussen vol toeristen in tijdperken waar ik heen zou reizen om ze te ontlopen. Ik nestel me maar weer op mijn eigen bank, waar wij met hedendaagse technieken kostuumdrama’s kunnen streamen. Ook net echt.
Wat die reisafstanden betreft: de gemiddelde reisTIJD die men tot zijn werk heeft lijkt al heel lang hetzelfde te zijn, ongeveer een half uur, las ik eens.
Met de auto? Dat vind ik best heel lang eigenlijk. Niet te fietsen en dat is jammer.
De laatste keer dat ik er was, was in 1999. Het is een mooie stad, maar je kunt er gek worden van de touristen. Bamberg in Duitsland is ook zoiets. Middelburg is wel een aardig alternatief.
Jeugdherinneringen aan de bezoeken aan Brugge in de beginjaren ’60 en mijn vader die goed Vlaams kon “klappen”.
Mooie stad.