Non-dualiteit versus dualiteit
Leestijd: ca. 5 minuten
Wanneer ik het met anderen over non-dualiteit heb, stuit ik vaak op onbegrip. Dat snap ik wel, want dualiteit is (onbewust) de norm. Zo’n 12 jaar geleden was ik mezelf er niet eens van bewust dat er zoiets is als non-dualiteit versus dualiteit. Soms wordt er zelfs een beetje lacherig over gedaan of wordt mijn relaas weggezet als wappiegezwets.
Toch ligt het met dit onderwerp wel iets genuanceerder dan dat. Zoals vaker aangehaald in mijn blogs over non-dualiteit is het geen complottheorie, religie of iets waar je in gelooft of niet. Non-dualiteit is net als dualiteit een manier om de werkelijkheid te benoemen en te begrijpen. Wel speelt non-dualiteit een belangrijke rol binnen een aantal mystieke religies, zoals dualiteit dat ook doet.
Wat zijn de grootste verschillen?
Non-dualiteit en dualiteit zijn beide beschrijvingen van de wereld zoals je die ervaart, maar ze zijn afhankelijk van de blik waarmee je kijkt. Wij ervaren de wereld in dualiteit: er is een ik en een jij, goed en kwaad, lichaam en geest, leven en dood. Oftewel: de duale beleving is wat we gewend zijn. Deze manier van kijken is logisch vanuit het menselijk perspectief en ontstaat vanuit zelfbewustzijn: het helpt oriënteren, handelen, overleven en vooral om daarover na te denken en strategieën uit te zetten.
Wanneer we door een non-duale bril kijken, wordt er gezien dat al die tegenstellingen uiteindelijk concepten zijn, bedacht door ons ‘denkende brein’. Op het meest fundamentele niveau is er geen echte afscheiding; alleen één ongedeelde stroom van bestaan, die zich lijkt te verdelen zodra het door een menselijke geest wordt waargenomen. Het is ontzettend lastig om dit te doorzien, omdat onze dagelijkse beleving duaal is. Het is er dan ook beide en geen van beide zienswijzen hoeft ontkend te worden.
De wereld volgens AI
Aangezien ons bewustzijn een grote rol speelt in de beleving, heb ik ChatGPT gevraagd hoe de wereld wordt gezien vanuit een bewustzijnsloos en objectief AI-perspectief. Het antwoord luidde: “De wereld is op zichzelf non-duaal. Er zijn geen grenzen, geen vaste labels, geen objecten of subjecten. De ervaring van de wereld is voor mensen meestal duaal. Omdat taal, denken en waarneming in hokjes en tegenstellingen werken. Beide perspectieven bestaan dus naast elkaar.”
Beter dan dat kan ik het zelf niet samenvatten.
Hoe zit het dan met dieren?
Zelf vroeg ik me vooral af: als duaal denken vooral menselijk is dankzij ons zelfbewustzijn, waarom kunnen dieren dan ook zo bekwaam handelen, overleven en zich oriënteren? Voor zover is te onderzoeken en tot nu toe bekend is, ervaren dieren geen dualiteit zoals mensen dat doen, omdat zij geen complexe zelfreflectieve taal en conceptuele structuren hebben zoals mensen.
Dieren voelen echter wel emoties (bang, blij, boos, tevreden) en maken onderscheid (prooi of roofdier, veilig of gevaarlijk, bekend of onbekend). Dat lijkt sterk op dualiteit, maar het is meer een directe ervaring dan een conceptuele scheiding waar lang over nagedacht wordt. Mensen hebben taal, tijdsbesef en een ‘zelfbeeld’, waardoor we het idee ontwikkelen van ‘ik’ tegenover ‘de wereld’. Dat creëert een diepere vorm van dualiteit: niet alleen functioneel (zoals bij dieren), maar existentieel.
In sommige spirituele tradities wordt dan ook gezegd: “Dieren leven in non-dualiteit, zonder zich daar bewust van te zijn. Mensen leven in dualiteit, maar kunnen zich – wanneer het denken stilvalt – van non-dualiteit bewust worden.”
De vissenkom

Onlangs las ik een boek over Stephen Hawking, geschreven door zijn gewaardeerde vriend en collega Leonard Mlodinow. Hierin zit een passage over een vissenkom. De wereld vanuit een vissenkom ziet eruit alsof vrije objecten die zich in een rechte lijn bewegen, afbuigen. Voor vissen is dat hun realiteit, ze weten niet beter. Stel dat er in de kom een paar geleerde vissen zouden zijn die gaan onderzoeken wat er zich in die ‘kosmos’ buiten de kom plaatsvindt. Het is voor de vissen algemeen geaccepteerd dat objecten buiten de kom gebogen lijnen volgen, maar er is een geleerde vis die met een nieuwe theorie stelt dat de objecten rechte lijnen volgen, maar het licht afbuigt als het van buiten hun vissenwereld naar binnen komt.
Beide vissentheorieën zijn in feite waar, en ze kunnen beiden gebruikt worden om voorspellingen te doen over de bewegingen van de vrije objecten buiten de kom. Als mens neigen wij met onze blik van buiten de kom natuurlijk naar de theorie van de geleerde vis, terwijl de overige vissen hun waarneming zullen vertrouwen.
Een andere visie
De stellingen op zich lijken volledig tegenstrijdig. De ene stelling volgt de waarneming, de andere volgt een bepaalde logica die wij – mens zijnde – volledig acceptabel vinden omdat wij buiten de kom leven. Voor de vissen zullen het echter altijd onduidelijkheden en theorieën blijven, tot het moment dat een van de vissen de kans krijgt de wereld buiten de kom waar te nemen.
Hoewel deze passage over de natuurkunde ging, vond ik het ook heel toepasselijk in deze context. Wij nemen een duale wereld waar, die eigenlijk non-duaal is. Beide waar, maar vanuit een andere visie. En als we de vergelijking doortrekken: het is voor ons ‘niet geleerde vissen’ in de kom, moeilijk te begrijpen dat wat wij zien misschien heel anders is.
Waarom is kennis van non-dualiteit een voordeel?
Maar waarom zou je zoveel moeite doen om iets op een andere manier te bekijken? In Wat levert non-dualiteit op? beschreef ik de voordelen van het besef van eenheid. Vooral minder stress en geen lijden meer ervaren, is voor velen een aantrekkelijke belofte. Toch levert dat vooruitzicht geen garanties dat je het dan ook maar meteen zo beleeft. Uiteindelijk is kennis van non-dualiteit ook geen voorwaarde voor een gelukkig leven. Het maakt het hooguit comfortabeler.
Wat is dan wel van belang? Ik denk dat dit voor iedereen persoonlijk is, maar met het toverwoord mededogen kom je een heel eind. Wanneer je met een bepaalde mildheid, begrip en inzicht naar de medemens, situaties en vooral jezelf kijkt, leer je vanzelf begrijpen dat iedereen maar doet wat hij/zij doet en niets anders is dan een product is van zijn of haar omstandigheden.