Het Engelenburgerpad
Gemiddeld lopen wij zo’n 12500 stappen per dag. Deze stappen worden het meest in ons eigen Nieuwegein gezet. Inmiddels weten we hier feilloos de mooie plekjes en groenstroken te vinden. Omdat ik een HappyStone-missie heb, struinen we echter ook regelmatig tussen beton en asfalt in lelijke woonwijken. Dat is, afgewisseld met het vele groen in de stad, op zich prima voor doordeweeks. Maar om ‘de batterij’ écht op te laden, wil ik minimaal één keer per week de vrije natuur in. Deze week werd dat verwezenlijkt via het Engelenburgerpad, dat we nu voor de derde maal bewandelden.
Klompenpad
Klompenpaden zijn ideaal om het stadsleven achter je te laten. Ze zijn ruig, relatief rustig en gaan grotendeels op in de natuur. Mijn favoriete klompenpad tot nu toe is het Engelenburgerpad, dat start in het Gelderse dorpje Herwijnen en daarna overgaat in rivierlandschap.
Al vanaf de eerste keer dat ik Herwijnen binnenliep, voelde ik me er thuis. De pittoreske straatjes met monumentale dijkhuizen laten je terugreizen in de tijd. Een eigenschap die overigens voor de hele wandeling geldt. Je voelt bij iedere stap die je zet de geschiedenis door je aderen stromen. De vele vergezichten over de Waal zijn een ander typisch kenmerk van deze route.
In feite bestaat de wandeling uit twee delen, waarbij je dikwijls moet opletten dat je niet verkeerd loopt, maar dat is voor een oplettende wandelaar geen probleem. De totale lengte is 10 km, maar deze is eenvoudig in te korten. Wij hebben (noodgedwongen) steeds maar een deel van de wandeling gelopen, maar we gaan hem zeker nog een keer in zijn geheel afleggen.
Tip: als je op vrijdag of zaterdag gaat lopen, breng dan ook even een bezoekje aan het sfeervolle winkeltje Van Leersum Interior, waarlangs de route loopt. Dit pand, dat al vier generaties in de familie is, is écht een tussenstop waard. Ooit gestart door Leendert van Leersum, die er een manufacturenzaak had, nu wordt het als interieurzaak gerund door (voor zover ik weet) moeder en zoon. Wat je kunt verwachten? Een winkel vol prachtige spullen en een supervriendelijke ontvangst. Is het gesloten? Gelukkig hebben ze ook een webshop en bezoeken op afspraak is ook mogelijk.
Rijke geschiedenis
Herwijnen kent een rijke geschiedenis. In de middeleeuwen was het een heerlijkheid. Hierbij doel ik niet op de spreekwoordelijke betekenis van het woord, maar op een heerlijkheid als bestuursvorm. Al vind ik de term heden ten dage ook in spreekwoordelijke zin wel kloppen. Het dorp was ooit welvarend genoeg om maar liefst vier kastelen te onderhouden: Wadenstein, Frissestein, Drakenburg en Engelenburg. Helaas is niet één van deze kastelen bewaard gebleven.
Als je de route loopt zoals wij het tot nu toe steeds gelopen hebben, kom je als eerste langs de plek waar ooit kasteel Drakenburg heeft gestaan. Alleen de naam word ik al blij van. Het moet ooit een woontoren zijn geweest; ‘de Blauwe Toren’, die zijn bijnaam waarschijnlijk te danken heeft aan het blauwe leisteen waarvan de dakbedekking was vervaardigd. Op deze plek staan nu de schuren van een boerderij en als je goed kijkt, zie je waar ooit de grachten liepen.
Daarna kom je langs Wadenstein. Als je het weiland waar het ooit heeft gestaan goed inspecteert, dan zie je de contouren van het kasteel nog terug in het gras. Vandaag de dag lopen er koeien in plaats van landheren en ridders, maar met een beetje voorstellingsvermogen kun je het verleden zo voor je geestesoog oproepen.
Het volgende kasteel op de route is Frissestein. Als je door dit gebied loopt, waan je je pas echt terug in de tijd. Let op: als je niet uitkijkt, breek je je nek over rondslingerende brokstukken. De hompen baksteen, die je moeilijk kunt onderscheiden in het hoge gras, doen vermoeden dat je tussen restanten van het kasteel strompelt, maar ze kunnen uiteraard net zo goed een andere oorsprong hebben. Het bruggetje dat toegang biedt tot het landgoed spreekt enorm tot de verbeelding. De ongerepte natuur en de wilde boomgaard voeden de rest van je fantasie. Hier troffen we schapen in plaats van jonkvrouwen en -heren, én een vriendelijke vrijwilliger die ons enthousiast vertelde over de geschiedenis rondom het klompenpad.
Tot slot loop je door een mooi versierde poort over het landgoed Engelenburg. Ook hier kun je goed zien waar het kasteel heeft gestaan, de gracht (nu meer een sloot) is nog intact. Ik weet van die versierde poort niet zeker of deze daadwerkelijk origineel is. Ik meende dat de vrijwilliger meldde dat het hek pas was vervangen, maar hij kan ook gedoeld hebben op het hek waar vroeger de ophaalbrug gelegen moet hebben. De ondergrondse fundering van Engelenburg is aan het oog onttrokken, maar is desondanks een officieel beschermd rijksmonument.
Kastelen Frissestein en Engelenburg
Wie van geschiedenis houdt, kan nog even verder lezen. Anders adviseer ik je via de foto’s door te skippen naar de laatste alinea. De kastelen Frissestein en Engelenburg licht ik namelijk nog even toe. Deze waren beiden in bezit van de familie Van Herwijnen, een gegeven dat om onverklaarbare reden mijn interesse prikkelt. Hieronder een klein stukje kastelenhistorie in vogelvlucht.
Frissestein, ook wel ‘Huis ter Herwijnen’ genoemd, werd in 1386 uit baksteen opgetrokken en was wat men noemt: buitendijks gelegen en omringd door water. Het huis bestond uit een hoofdburcht en een voorburcht en is door de eeuwen heen door vele families bewoond geweest.
Het jaar 1672 was voor een deel van Nederland een rampjaar. Volgens een gezegde was in dat jaar: “het volk redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos“. Onder leiding van Lodewijk XIV vielen de Fransen via de Rijn en het Tolhuis bij Lobith ons land binnen en vernielden ze niet alleen het Tolhuis; ook andere kastelen werden zwaar beschadigd. Zo ook Frissestein.
De schade werd hersteld, maar in de 18e eeuw raakte het kasteel definitief in verval tot het in het begin van de 19e eeuw werd gesloopt. Deze afbeelding is in 1732 gemaakt door Cornelis Pronk en gratis te downloaden via de website van het Rijksmuseum.
Ook kasteel Engelenburg is zoals gezegd in handen geweest van de familie Van Herwijnen. Johan Van Herwijnen Johanszoon was al sinds 1424 leenheer van diverse gronden en breidde dit in 1468 uit met kasteel Engelenburg. In het Gelderse leenregister staat onder zijn naam opgetekend: “een huys ende voorgeborght, met sijnen cingel, gheiten Engelborch”. Heerlijk (letterlijk) zulke taal, ik hou ervan.
Het lijkt erop dat kasteel Engelenburg redelijk gespaard is gebleven in het eerdergenoemde rampjaar. In 1723 was dominee Petrus Bierman, die eerder al Frissestein verwierf, de koper van de Engelenburg. Hij woonde echter voornamelijk op Frissestein waardoor het kasteel nauwelijks nog werd gebruikt. Een veiling in 1817 leverde maar één bieder op, die het voor maar liefst 1300 gulden mocht slopen. Boehoe.
Het Engelenburgerpad: een aanrader
Nogmaals: jammer dat de kastelen het verstrijken der tijd niet hebben overleefd, maar de historische sferen in van het dorp en de rest van het Engelenburgerpad compenseren dat ruimschoots. Wat je verder nog aantreft: fruit- en notenbomen, ooievaars (inclusief opvang), koeien, schapen, drassig zand (goede schoenen of laarzen zijn een must) en heel veel schelpen. En als je snel bent nog wat Happy Stones van mijn hand. Een aanrader dus.
Onverklaarbare redenen. Ja ja. Je weet heus wel dat jij in 1453 in dienst trad als hofnar van de familie van Herwijnen.
Of de lokale kruidenheks die de familie heeft vergiftig in opdracht van Hertog van Gelre.
Hoi Yukiko,
Dank voor deze prachtige blog.
Je hebt er echt werk van gemaakt!
Maakt maar weer eens duidelijk dat Herwijnen vroeger een plaats van betekenis is geweest.
En nog veel wandelplezier gewenst.
Groetjes van de vriendelijke vrijwilliger.