De beperktheid van taal
Toen ik voor het eerst over non-dualiteit las, vond ik het – net als menig ander – lastig te begrijpen. Ik liep al snel tegen de beperktheid van taal aan en heb heel wat boeken halverwege weer terzijde gelegd. Onlangs kreeg ik de vraag: “als je er in het begin nog niet echt iets mee kon, waarom bleef je je er dan toch in verdiepen?”. Dat was omdat ik diep van binnen voelde dat wat ik las klopte, zelfs als ik het niet helemaal kon volgen. En bij alles wat ik wél begreep, wist ik dat er geen weg terug was om er nog anders over te denken.
Ik beschreef het al in een eerder blog: het is als wandelen in een mist. Je hebt steeds maar een klein beetje zicht. Toch komt er een moment dat die mist optrekt en je het geheel overziet. Dat effect is niet meteen blijvend. Nog steeds moet ik wel eens stukken tekst herlezen of podcasts terugspoelen om iets nogmaals te horen, voordat ik begrijp wat er wordt bedoeld. Dat het lastige kost is, heeft (in ieder geval voor mij) meerdere oorzaken die op zich ieder een eigen blog verdienen. Inzien waar de moeilijkheid zit, maakt het makkelijker te begrijpen.
Het ego leest iets anders
Inmiddels weet ik dat taal misschien wel de grootste hindernis is. Hoe kan dat? Er is zoveel mogelijk met woorden. Een beetje goede schrijver kan zich toch wel duidelijk uitdrukken? Blijkbaar is het niet zo simpel. Het komt vooral doordat wat non-dualiteit je leert in scherp contrast staat met de wereld zoals je die gewend bent te ervaren. Wanneer je zonder enige voorkennis begint te lezen, heb je nog geen beeld bij wat de schrijver probeert uit te leggen. Het zijn abstracte, nietszeggende woorden die geen duidelijkheid scheppen, maar om de essentie heen lijken te draaien.
Ik merk bij het schrijven van deze blogs zelf ook dat het nog niet meevalt om de kern te raken. Het lukt bijna niet om de juiste woorden te vinden. Dat ligt niet alleen aan de woorden zelf, maar ook aan het feit dat het ego iets anders probeert te lezen dan er staat. Het betekent echter niet dat non-dualiteit alleen voor hooggeschoolden is weggelegd. Het inzien is meer een kwestie van ervaring, dan van intellectueel begrip. Eigenlijk is het juist loslaten van wat je allemaal is aangeleerd.
Samenvattingen
In vergelijking met tien jaar geleden is er nu online veel meer over te vinden. Zoekmachines spuwen honderden pagina’s uit wanneer je zoekt op non-dualiteit, advaita of non-dualisme. Het nadeel van internet is dat informatie vaak kort wordt samengevat. Simpelweg omdat je op een scherm liever geen lange lap tekst doorworstelt. De paradox is echter dat non-dualiteit enerzijds zonder woorden te begrijpen is en tegelijkertijd absoluut niet in een kort uittreksel te gieten is.
Iedere samenvatting is – afhankelijk van de bron – steeds weer van een iets andere strekking. Juist in die korte teksten wordt er vaak gebruik gemaakt van vage termen, zonder enige vorm van uitleg. Als een soort jargon, alleen toegankelijk voor ingewijden. Daar heb ik het al eerder uitgebreid over gehad.
Verschillende benaderingen
De invalshoek verschilt ook per informatiebron. De een heeft het met name over het (eenheids)bewustzijn, de ander legt de nadruk op hoe wij gedreven worden door of eigenlijk één zijn met de bron/energie/kracht van ons bestaan. Weer een ander heeft het vooral over hoe alles een illusie is. Het laat je afvragen waar non-dualiteit nou werkelijk over gaat.
Daarnaast zijn er verschillende non-duale tradities. Hoewel de globale zienswijze overeenkomstig is, verschilt de hindoeïstische advaita vedanta bijvoorbeeld van de boeddhistische dzogchen, die ook weer afwijkt van de westerse, meer wetenschappelijke benadering. Met name de terminologie en ook sommige filosofieën zijn onderling afwijkend, wat het onderwerp nog complexer maakt. Het wordt ook niet zonder uitzondering door elkaar gebruikt, waardoor je in één boek de ene keer leest over wat Boeddha zegt, een hoofdstuk later Albert Einstein, John Lennon of William Shakespeare worden aangehaald, terwijl een paar bladzijdes verderop iets uit de Tao Te Ching of zelfs Bijbel wordt geciteerd. Ik doe zelf niet anders in mijn blogs.
Iets beschrijven wat niet te beschrijven valt
Hoe kun je iets begrijpen zonder dat er woorden voor zijn? Er wordt vaak geschreven over het eenheidsbewustzijn met een verwijzing naar de oorsprong van ons bestaan, die op zichzelf woordloos is. Het is een universeel concept: iedere traditie of religie bedoelt hetzelfde. Er zijn dan ook genoeg namen voor bedacht, maar het is uiteindelijk niet in woorden uit te drukken. Een vaak aangehaald voorbeeld is: uitleggen hoe chocolade smaakt aan iemand die het nooit heeft geproefd. Probeer het maar eens, het gaat je niet lukken.
Voor de duidelijkheid: ik wil de bron van ons bestaan niet vergelijken met chocolade, het gaat erom dat niet alles beschreven kan worden. Op het moment dat je het verpakt in woorden als Moeder Natuur, God/Goddelijke energie, het Ene dat geen-twee is, Liefde, Tao/Dao of vul maar iets in, wordt het alweer een menselijk concept. Een term die in de meeste gevallen wordt geassocieerd met een specifieke religie. Zelfs als je het ‘het onbenoembare’ noemt, is het toch weer een woord dat de lading niet dekt en je onbewust in een denkrichting duwt.
Wat is geen twee?
De beperktheid van taal gaat niet alleen over samenvatten, jargon, verschillende tradities en het beschrijven van onze oorsprong. Het woord non-dualiteit is op zichzelf ook al best vaag. Letterlijk betekent het ‘geen twee’. Toen ik dat voor het eerst las, volgde er niet bepaald een openbaring. Integendeel zelfs. Geen twee verwijst ernaar dat tegenstellingen een illusie zijn: er is geen tweedeling. Alles is eenledig: er is geen ‘ik’ en geen ‘ander’. Geen ‘goed’ en geen ‘slecht’. Het heeft best een tijd geduurd, voordat ik dat ook zo kon zien.
We leven immers in een duale wereld met goede en slechte daden, mooie en lelijke dingen, een ik en een jij enzovoort. Zonder contrast kunnen we deze wereld niet waarnemen, ervaren of begrijpen. Iets is alleen maar donker, omdat er ook licht is. Er zijn geen bergen zonder dalen. We zouden zonder de beleving van tegenstellingen zelfs zonder gedachten zijn. We kunnen enkel oordelen of analyseren dankzij al die controverses. Iets is goed, omdat er slecht is, iets is gevaarlijk, omdat er ook veiligheid is. Alleen dankzij begrip van tegenstellingen, kunnen we overleven. Non-dualiteit is dus niet het bestaan van dualiteiten negeren of ontkennen, maar beseffen dat ze één onlosmakelijk geheel zijn. Het is YinYang.
Om het nog verwarrender te maken: feitelijk gezien is het andersom. We denken niet dankzij de ervaring van dualiteit, dualiteit wordt in ons brein gecreëerd en is eigenlijk zelfs een beperktheid van ons denkvermogen. Er wordt vaak over het hoofd gezien dat waarneming persoonlijke perceptie is en daardoor een illusie van ons brein. Onze waarneming en de verwerking daarvan staat immers onder invloed van verschillende factoren, zoals onze conditionering, erfelijkheid en omgevingsfactoren. Ik zal hier in een later blog dieper op ingaan.
Je bent met inzicht geboren
‘De beperktheid van taal’ klinkt als een flinke belemmering en dat is het natuurlijk ook. Maar de oplettende lezer las net al dat om non-dualiteit te begrijpen eigenlijk geen woorden nodig zijn. Woorden maken het eigenlijk alleen maar ingewikkelder. Sterker nog: iedereen wordt geboren met het juiste inzicht: de eerste anderhalf jaar van je bestaan ervaar je jouw aanwezigheid als één met je omgeving. Pas na die periode komt geleidelijk aan het besef van jezelf als individu.
Na een jaar of drie neemt het aardse leven in al zijn facetten je hele perceptie over en wordt je waarneming van objectief langzaam subjectief. Rond je negende is het ‘ik’-gevoel helemaal ontwikkeld, met alle gevolgen van dien. Je gaat jezelf meten aan de rest en ‘erbij’ horen wordt steeds belangrijker. In de puberteit ga je je bovendien steeds meer losmaken van je ouders of andere opvoeders. Dit zijn volledig natuurlijke processen, die bij de ontwikkeling horen. Ook hierbij spelen opvoeding, onderwijs en andere omgevingsfactoren een heel belangrijke rol. Eenmaal volwassen is er nog maar weinig over van je eenheidsbewustzijn.
Culturele invloed
Ik ga ervan uit dat mijn bloglezers over het algemeen van westerse afkomst zijn. Taal en cultuur hebben onderling invloed op elkaar. Je achtergrond speelt een grote rol in hoe makkelijk jij non-dualiteit begrijpt. In de ene cultuur zal het gevoel van een afgescheiden ‘ik’ (oftewel het ego) meer ontwikkeld zijn dan bij de andere. De manier waarop wij opgevoed worden, denken, spreken en handelen, hangt sterk af van die culturele achtergrond. Sommige volken leven of leefden meer in het ritme van de natuur en voelen zich meer verbonden met hun familie en de gemeenschap, dan andere. In onze westerse cultuur speelt het individu juist een zeer grote rol.
Het geloof in onszelf als afgescheiden individu heeft zich in de loop der evolutie vastgezet in onze sociale systemen, taalgebruik, cultuur en zelfs in de vele religies. Iedere geweldsdaad, ongeacht de aanleiding of reden, heeft het gevoel van ongelijkheid en afgescheidenheid als basis. Zo zijn wij dus niet geboren, maar in de loop van onze ontwikkeling geworden. De beperktheid van taal is misschien een obstakel als het gaat om begrijpen wat non-dualiteit inhoudt, maar het staat ons niet in de weg om weer terug te keren naar de basis. Het besef van wat we werkelijk zijn: een eenheid met alles om ons heen, voortgekomen uit dezelfde schepping.
De waarheid die voor iedereen weer anders is valt onder de subjectief beleefde waarheid en niet onder Waarheid.
Je een na laatste zin benadert het karakter ervan vanwege de onveranderlijkheid (niet onderhevig aan de polen van de dualiteit). Je laatste zin is treffend het onderzoek van René Descartes.
Erg mooi geschreven weer. Door (meer dan normale) belangstelling in dit onderwerp, het zoeken, ontwikkeld zich langzaam maar zeker een proces, namelijk het herkennen van Waarheid. Waarheid (https://www.waarheidvinding.nl/waarheidvinding/showpost.php?p=4942&postcount=1) is niet over te dragen, alleen maar te herkennen.
Hoewel het een mooie beschrijving van Waarheid is, zoals in de link beschreven, is het naar mijn ‘beleving’ ook weer een concept. Wat als waarheid kan worden gezien is ook voor iedereen weer anders. Ik ken streng religieuze mensen die hun eigen waarheid hebben.
De waarheid is alles en niets tegelijk. Wat overblijft wanneer je niets meer voor waar aanneemt, alleen dat wat is.